Rapid action studies

Alle betrokken JCAR ATRACE-instituten

Alle regionale stroomgebieden en landen van JCAR ATRACE

‘Maatgevende omstandigheden’ zijn hypothetische overstromingen die zich naar verwachting op een bepaalde locatie zullen voordoen gedurende een bepaalde terugkeerperiode, en ze zijn een belangrijk instrument voor de planning en het beheer van het lokale overstromingsrisico. 

De gangbare methoden voor het schatten van de kans op overstromingen in onze landen zijn vaak gericht op grotere stroomgebieden, terwijl de nauwkeurigheid in kleinere stroomgebieden, beïnvloed door sterke en lokale neerslag, vaak laag is. Gezien het toenemende risico op overstromingen in onze regio, is er dringend behoefte aan onderzoek naar methodologische aanpassingen om de nauwkeurigigheid van ‘maatgevende omstandigheden’ te verbeteren.  

Regionale samenwerking en het delen van gegevens zijn van fundamenteel belang om de nauwkeurigheid en harmonisatie van methodologieën te garanderen, vooral in kleinere stroomgebieden waar gegevens schaars zijn. Deze uitdagingen komen vaak naar voren in transnationale stroomgebieden, waar sprake is van inconsistenties in risicobeoordelingen die een directe impact hebben op het overstromingsrisicobeheer.  

In deze studie worden bestaande methodologieën beschreven en geanalyseerd voor het bepalen van ‘maatgevende omstandigheden’ in kleine stroomgebieden in de Benelux+ landen. 

Literatuurstudie en interviews

• Een literatuuroverzicht om de methodologieën te beschrijven die worden gebruikt bij het bepalen van ‘maatgevende omstandigheden’ in kleine stroomgebieden.  
  

• Samenstellen van nationale methodologieën in Duitsland, Nederland, België, Luxemburg.  
  

• Interviewen van lokale waterautoriteiten om inzicht te krijgen in de gebruikte aanpak, hun eisen en zorgen.  
  

• Rapportage die de verzamelde informatie samenvat, de grensoverschrijdende verschillen beschrijft en aanbevelingen doet.  

Rapportage

1. Literatuurstudie  

2. Nationale methodologieën samenstellen 

3. Lokale waterautoriteiten interviewen 

4. Rapportage 

Transnationale stroomgebieden in Nederland, Duitsland, België en Luxemburg 

De overstroming van 2021 in Noordwest-Europa heeft het belang aangetoond van betrouwbare voorspellingen en vroegtijdige waarschuwingen om de gevolgen te beperken. Acties die kunnen worden genomen na waarschuwing zijn van vitaal belang om het overstromingsrisico te verminderen, aangezien ze de blootstelling en kwetsbaarheid van gemeenschappen voor overstromingen effectief kunnen verminderen. 

Ondanks het grote potentieel en de snelle ontwikkeling van systemen voor vroegtijdige waarschuwing zijn de systemen voor vroegtijdige waarschuwing in Nederland, Duitsland en België nog steeds in ontwikkeling en worden ze regelmatig bijgewerkt. Deze omvatten veel activiteiten die momenteel worden uitgevoerd om de systemen in de respectieve landen te verbeteren, waarbij de nadruk ligt op een breed scala aan uitdagingen zoals de onzekerheid van voorspellingen, triggers voor evacuatie en versnippering van institutionele verantwoordelijkheden. Wat echter nog ontbreekt is een studie waarin de systemen voor vroegtijdige waarschuwing in de drie landen systematisch met elkaar worden vergeleken en waarin de vergelijkende resultaten worden gebruikt om van elkaar te leren om deze systemen te versterken.  

We stellen voor om de richtlijnen voor het beoordelen van systemen voor vroegtijdige waarschuwing van de WMO (2023) te volgen en deze richtlijnen te gebruiken voor het beschrijven en vergelijken van de systemen in de drie landen. De richtlijnen schrijven een beoordeling voor van elk van de componenten van het "End-to-End Flood Forecasting and Early Warning Systems" (E2E FFEWS-) kader. Dit raamwerk identificeert zes componenten die relevant zijn voor het optimaal functioneren van systemen voor vroegtijdige waarschuwing: Real-time gegevensverzameling, Modellering en voorspelling, Verspreiding van vroegtijdige waarschuwingen, Beslissingsondersteuning en Reactie op waarschuwingen, en Evaluatie van het waarschuwingssysteem en verbeteringen.

• Literatuuronderzoek: We voeren een review uit binnen de wetenschappelijke en grijze literatuur van deskundige organisaties en overheden. De WMO-richtlijnen dienen als basis voor het samenvatten van de bevindingen van deze beoordeling. 
  

• Interviews: We houden interviews in de vier landen met experts zoals van de nationale weerdiensten, hulpverleners, waterbeheerders, enz. Voor de interviews ontwikkelen we een semigestructureerde vragenlijst om de interviews af te stemmen op elk onderdeel van het WMO-raamwerk. Op deze manier kunnen we de verschillende systemen in de landen met elkaar vergelijken. 
  

• Rapportage: Alle resultaten worden samengevat in een wetenschappelijk rapport.  

Voor alle interviews wordt dezelfde semigestructureerde vragenlijst gebruikt. De resultaten van de interviews en de literatuurstudie worden gepubliceerd in het eindrapport.

Zie acties/taken

Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit van Luik en Deltares, Universiteit van Potsdam

Door overstromingen getroffen gebieden in Duitsland, België en Nederland in 2021

De overstroming van juli 2021 trof Nederland, België en Duitsland en om meer te weten te komen over de gevolgen voor mensen en de prestaties van de systemen voor vroegtijdige waarschuwing voor overstromingen (FEWS), werden in elk land na de gebeurtenis verschillende enquêtes onder het publiek gehouden. Uit de gegevens van deze enquêtes blijkt dat er verschillen zijn in de prestaties van FEWS tussen en binnen de landen.  

In deze studie onderzoeken we of de waargenomen verschillen te wijten zijn aan verschillen tussen de FEWS of aan verschillen in de methoden voor steekproeftrekking en gegevensverzameling. We evalueren ook enquêtes onder het publiek na een overstroming als een methode om enquêtes onder het publiek te houden voor toekomstige overstromingen. Ons doel is om bredere regionale inzichten te krijgen uit deze overstroming en om informatie te verschaffen voor toekomstig onderzoek na rampen. Leren van overstromingen in het verleden is een belangrijk hulpmiddel voor het beheersen van schadelijke overstromingen in de toekomst. 

Vergelijking tussen landen op basis van openbare onderzoeksgegevens, gericht op drie specifieke onderzoeksvragen: 

Vraag 1: Zijn de waargenomen verschillen in de FEWS-prestaties in elk land te wijten aan verschillen tussen FEWS-systemen? 

Vraag 2: Zijn de waargenomen verschillen in de FEWS-prestaties in elk land te wijten aan de steekproef-/gegevensverzamelingsmethoden die voor elke enquête zijn gebruikt?  

Vraag 3: Wat kunnen we op basis van de vergelijking tussen landen, FEWS en onderzoeksmethoden aanbevelen voor toekomstige publieke waarschuwingsonderzoeken na overstromingen? 

• Stap 1. SWOT-analyse van de FEWS-systemen in elk land door de beschrijvende statistieken van de enquêtes te vergelijken 
  

• Stap 2. Vergelijking van de methoden voor steekproeftrekking en gegevensverzameling die voor elk onderzoek zijn gebruikt 
  

• Stap 3. Synthetiseer de resultaten van bovenstaande analyse en combineer deze met de belangrijkste lessen uit de interviews om aanbevelingen en conclusies te formuleren. 

  
  

Wetenschappelijk artikel

Bureaustudie en conceptartikel 

DesignLab Universiteit Twente

Stroomgebied van de Vecht

Doel: inzicht krijgen in de opvattingen over de voorbereiding op klimaatextremen en deze opvattingen expliciet maken voor onderzoek en beleid.

Voorbereiden, uitvoeren en rapporteren van drie ‘Future’ workshops met jonge (<30 jaar) stakeholder en bewoners in het stroomgebied van de Vecht.

Identificeren van relevante belanghebbenden, houden van ‘Future’ workshops, rapporteren en presenteren van bevindingen.

De resultaten van de toekomstige workshops zullen zorgvuldig worden gerapporteerd, aangezien deze kunnen dienen als inspiratiebron voor andere grensoverstijgende stroomgebieden en als input voor onderzoekers en beleidsmakers in die gebieden.

FutureFlow presentatie en discussie op 2nd oktober van 10 - 12 AM in DesignLab - Connect 

Afronding van de rapportage verwacht voor eind 2024.